Religieus karakter: Over een inschrijving bij de KvK


Een inschrijving bij de Kamer van Koophandel als kerkgenootschap is geen erkenning van een religie. Het is puur een technische kwestie; kerkgenootschappen dienen ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel. RTV Drenthe heeft dat nog niet zo goed begrepen.

Volgens de provinciale omroep is Nederland door de inschrijving van de zogenaamde Kerk van het Vliegend Spaghettimonster een religie rijker. Als er voor de inschrijving geen sprake was van een religie, en het lijkt me alleszins redelijk om dat zo te stellen, is er na inschrijving ook geen sprake van een religie, want het bestaan van een religie is op zichzelf niet afhankelijk van een overheid. Maar over de inschrijving bij de KvK is meer te zeggen.

Religie
Religie betreft in de eerste plaats de gebruiken, opvattingen of houdingen ten opzichte van de werkelijkheid die binnen een gemeenschap gedeeld worden. Er zijn grote verschillen tussen religies, het is dus moeilijk om te zeggen wat voor soort opvattingen dan religieus zijn. Keith Ward beschouwt in The Meaning of Life in the World Religions opvattingen over de aard en de betekenis van het leven als de fundamentele grond voor andere aspecten van religie en de drijfveer voor individueel en maatschappelijk religieus gedrag (p. 27 & 28). Religie kan dus niet teruggebracht worden tot opvattingen, maar religieuze opvattingen zijn essentieel voor de vragen over de zin van het leven en voor het uit de antwoorden voortvloeiende gedrag. Hudson spreekt in Philosophy of Religion; An Anthology over geloof in of de opvatting over een object of objecten van geloof, die hij voor het gemak aanduidt als ‘god’ (p. 7-11).

Het object van geloof is bij Hudson onderscheiden van de gelovige, hoewel de precieze relatie tussen de gelovige en het object van geloof bijzonder gecompliceerd kan zijn. De meeste relevante twee van drie eigenschappen die Hudson aan dit object toekent zijn besef van ‘god’ voor de mens en transcendentie. Besef van ‘god’ voor de mens, omdat de ‘god’ weet heeft van het handelen van mensen en mensen dus hun handelen aanpassen vanwege deze kennis, transcendentie omdat het object van geloof de mens overstijgt. Transcendentie wil dus ook zeggen dat de gelovige zelf zijn religie in ieder geval als méér dan een verzinsel beschouwt. Binnen religie is dan ook niet de vraag of ‘god’ bestaat, maar wie ‘god’ is en hoe ‘god’ is.

Religieus gedrag
Direct vallen een paar punten over de verhouding van deze definities met de zogenaamde Kerk van het Vliegend Spaghettimonster op. De Kerk van het Vliegend Spaghettimonster heeft naar eigen zeggen bepaalde opvattingen over het bestaan van een wereld-overstijgend wezen, een god zo te zeggen, die hemel en aarde gecreëerd zou hebben. Dit noemt zij bijvoorbeeld in haar bezwaarschrift (dat opvalt door de vele spatiefouten), waarin zij de beslissing aanvecht dat zij zich niet als kerkgenootschap kan inschrijven. Meer dan honderdduizend individuen zouden dit geloof aanhangen, noteert de schrijver hiervan (de heer Blomjous), wat overigens een flagrante leugen is: zelfbenoemde aanhangers ervan geven consequent aan dat zij hier niet in geloven, dat zij hun lidmaatschap in de eerste plaats zien als een kritiek op georganiseerde religie, zoals oprichter Bobby Henderson, of als een grap. Mogelijk zijn er enigen die het wel serieus nemen, maar dat de aanhangers, leden en sympathisanten in zo grote getale duidelijk maken dat zij dat niet doen, doet vermoeden dat het hooguit om een zeer kleine groep gaat, zo die er al is. Voor het overige is onduidelijk of hier de heer Blomjous aan het woord is of zijn opdrachtgevers, dus bij citaten ga ik uit van het auteurschap van de heer Blomjous.

Een verder bewijs dat de zelfbenoemde aanhangers niet daadwerkelijk de leer die zij verkondigen geloven, vormt hun gedrag, in de beschrijving van Keith Ward wat nadrukkelijker aanwezig dan bij Hudson. Er zijn bepaalde opvattingen en uit die opvattingen komt een zeker gedrag voort, zoals Blomjous meldt: “Zoals uit de Gospel blijkt is het dragen van een vergiet op het hoofd een plicht van (sic) de volgers van dit geloof.” Hij geeft geen enkele aanwijzing dat dit voorschrift ook maar door enige aanhanger van het zogenaamde geloof gevolgd wordt, maar schrijft zelf: “Bezwaarde wijst u graag op enkele bekende Nederlanders die zich hebben laten fotograferen met vergiet op hun hoofd.” Een aantal bekende Nederlanders is blijkbaar van plan om het spelletje mee te spelen. Dirk Jan Dijkstra, oprichter van het ‘kerkgenootschap’ bij de KvK, en Alex Ringeling laten zelf bij Pauw zien hoe weinig serieus zij dit nemen, waarbij de heer Ringeling zelfs aangeeft de vergiet in het dagelijks leven niet te dragen, omdat er ‘raar’ tegenaan gekeken wordt.

Niet-religieuze benaderingen
Een individu of een groep mensen kan beweren bepaalde opvattingen aan te hangen, maar of die opvattingen ook daadwerkelijk aangehangen worden, blijkt uit het gedrag van de aanhangers. Dat geldt voor religieuze opvattingen niet minder, blijkt uit de beide definities van religie. Voor alle helderheid: Ik bespreek hier niet of het geloof in het Vliegend Spaghettimonster waar is of dat het geloof hierin redelijk is, waar het mij slechts om gaat is of de zelfbenoemde aanhangers van het geloof in het Vliegend Spaghettimonster daadwerkelijk in dit Vliegend Spaghettimonster geloven.

Om de een of andere reden gelooft de heer Blomjous dat het de KvK gaat om de inhoud van het geloof. Zo schrijft hij (waarbij opvalt hoe weinig hij van christendom weet):

Niet valt in te zien hoe de Kamer wel een religie accepteert van een reïncarnerende zombiemisdadiger die over water loopt alvorens dat water in wijn te veranderen die ook nog eens uit het niets, onbevlekt, geboren is, maar dat de Kamer wel inhoudelijke twijfels heeft bij de religieuze stroming van bezwaarde.

Ik volg voor het beoordelen van het zogenaamde geloof in het Vliegend Spaghettimonster het onderscheid van John Hicks (A Religious Understanding of Religion, in Readings in Philisophy of Religion) tussen religieuze benadering van religie, waarbij het gaat om een begrip van het transcendente, en niet-religieuze benaderingen, waarbij het gaat om het menselijke fenomeen (p. 364 & 365). De niet-religieuze benadering, die van mij dus en naar ik vermoed ook die van de KvK, verwijst niet naar het transcendente, daar weet deze benadering in principe niets over, maar wel naar de houding van de gelovige ten opzichte van het transcendente. Die houding is in het geval van de zogenaamde aanhangers van het Vliegend Spaghettimonster ronduit onverschillig: Het dragen van een vergiet zou een verplichting zijn, maar de aanhangers dragen deze slechts voor het maken van een foto of tijdens een promotiepraatje bij een latenighttalkshow. Religieuze ervaringen vanuit het Vliegend Spaghettimonster worden zonder enige schaamte verzonnen. Het dagelijks leven wordt op geen enkele manier beïnvloed door dit zogenaamde geloof. Dit doet sterk vermoeden dat de zogenaamde aanhangers van het Vliegend Spaghettimonster überhaupt niet geloven in enige relatie tot dit transcendente.

Inschrijven als een kerkgenootschap
Dergelijk gedrag is goed denkbaar bij een grap, maar ligt niet voor de hand bij een kerkgenootschap. In dat opzicht heeft de Kamer van Koophandel gelijk als zij in hun initiële afwijzing stellen dat het bij de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster ontbreekt aan een religieus karakter. Het is er niet. Het kan niet anders of de zogenaamde aanhangers zijn zich daar zeer van bewust. En ik kan me de overweging ook voorstellen dat er een grens is aan hoever een overheidsinstantie als de KvK mee moet werken aan iets wat niet meer is dan een ver doorgevoerde grap.

Tegelijkertijd heeft Blomjous wel een punt dat de inschrijving bij de KvK niet meer is dan een administratieve handeling met een formeel of formeel-technisch karakter. Burgerlijk Wetboek boek 2, artikel 2, waar Blomjous naar verwijst, stelt geen eisen aan kerkgenootschappen anders dan dat zij zich moeten houden aan de eigen statuten en dat zij moeten opereren binnen de grenzen van de wet. Weliswaar heeft de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster geen religieus karakter, de zogenaamde aanhangers van het ‘geloof’ zullen dat beamen, maar dat maakt strikt genomen niets uit voor hun inschrijving in het register van de Kamer van Koophandel, al zal de wetgever het religieuze karakter van kerkgenootschappen verondersteld hebben.

Duidelijk wordt in ieder geval dat inschrijving als kerkgenootschap op zichzelf niets zegt over het religieuze karakter van een ingeschreven organisatie. Voor de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster lijkt dat niet zo’n punt te zijn, voor hen is slechts belangrijk religieuze organisaties te parodiëren. De vraag is slechts waarom RTV Drenthe in dit frame meegaat.