24 maart 1999 begint de NAVO onder de naam Alied Force luchtaanvallen op militaire doelen in Servië, dat op dat moment bezig is met een offensief tegen de Kosovo-regio, die al sinds 1991 streeft naar onafhankelijkheid. De piloten voeren volgens NAVO-beleid bombardementen uit vanaf vijfduizend meter hoog, waar volgens de NAVO zelf ongeveer vijfhonderd burgers slachtoffer van worden. Ik moest eraan denken toen ik het interview in Trouw met AzG-Nederland-directeur Arjan Hehenkamp las, waarin hij opmerkt dat ‘bombarderen zo in de mode is’.
Kosovo
Wat Hehenkamp opmerkt is niet nieuw. Er werd ook op grote schaal gebombardeerd tijdens de Tweede Wereldoorlog, bijvoorbeeld. Maar opvallend is wel dat bij recentere conflicten luchtsteun gauw toegezegd wordt, maar slechts weinig landen met ‘boots on the ground’ willen komen. Ook de ‘no-fly zone’ in Libië in 2011 is hier een goed voorbeeld van. Hehenkamp vat dat nog eens goed samen:
“[I]n landen als Syrië, Afghanistan en Jemen zie je dat conflicten met zware wapens worden uitgevochten, ook vanuit de lucht. Met raketten en bommen, in plaats van met kalasjnikovs.”
Bij deze bombardementen worden burgers getroffen en ook ziekenhuizen en scholen worden niet ontzien. Het Syrische regime ziet volgens Hohenkamp ziekenhuizen als legitiem doelwit en met burgers houdt het geen rekening. En er zijn paralellen met Kosovo.
In 1999 was ik elf. Ik herinner me er weinig van, al staat de oprichting van de staat Kosovo me helder voor ogen. Ik herinner me dat mijn omgeving en ik weinig sympathie voelden voor Milosevic en des te meer voor de Kosovaren. Maar van dat bombarderen en hoe dat in zijn werk ging, herinner ik me niets. Maar enkele jaren terug las ik het geweldige boek Over oorlog en ethiek van Carl Ceulemans en wat ik las van Hehenkamp deed me zo sterk denken aan wat Ceulemans over de operatie Alied Force schrijft, dat ik het er nog even bij moest pakken. Ceulemans schrijft onder meer over de bombardementen van grote hoogte: “Niet alleen gingen ‘high altitude’ bombardementen ten koste van de trefzekerheid (zeker in combinatie met de vaak ongunstige atmosferische omstandigheden), ook de kans op ongevallen en niet gewenste maar voorziene schade (de zogenaamde zijdelingse schade) moest tengevolge van deze keuze als substantieel hoger ingeschat worden ” (p. 170). Volgens sommige waarnemers zouden de bombardementen de al beroerde humanitaire situatie alleen maar verslechteren (idem) en weigerde de NAVO in eerste instantie om in Kosovo grondtroepen in te zetten (p. 171).
Dit alles zou nu niet zo’n grote relevantie hebben, ware het niet dat Nederland net begonnen is met het bombarderen van IS-doelen in Syrië. En in een recente column verdedigt Gert-Jan Segers, fractievoorzitter van de ChristenUnie, een partij waar ik sympathiek tegenover sta, de keuze van deze partij voor bombardementen. Al kan ik me de overweging van Segers en zijn fractieleden goed voorstellen, er zijn nog wel zaken waar ik me zorgen over maak. Voor nu laat ik de vraag of het überhaupt een rechtvaardige oorlog is achterwege, hoewel daar het nodige over te zeggen valt en Gert-Jan Segers er in zijn column ook een aantal woorden aan wijdt.
Mijn zorgen zijn op dit moment meer praktisch van aard. Ik zet ze hier kort op een rijtje, dan kijk ik naar het veranderde karakter van de Syrische burgeroorlog en welke consequenties dat heeft en tot slot wijd ik een paar woorden aan het pacifisme en waarom ik ook dat niet de juiste keuze vind.
Zorgen
Ik begin met de eenvoudigste: Welke doelen worden er eigenlijk bereikt met bombardementen? Het is helder dat het IS-regime een duivels regime is. Door bombardementen op militaire doelen en economische doelen als boortorens en olietransporten, zal het regime verzwakken. Stel dat IS (mede) door bombardementen implodeert, dan ontstaat er een vacuüm en wat komt er dan voor terug? Daarmee kom ik bij punt twee: Het bombarderen van IS, zoal succesvol, zal naast de Koerden voornamelijk Assad voordeel opleveren.
Laat ik beginnen met de Koerden. Hoewel de Koerden mogelijk oorlogsmisdaden plegen, hebben deze mensen bij mij en vele anderen meer sympathie dan IS of Assad. Als een verlies voor IS winst voor de Koerden betekent, heb ik daar niet zoveel moeite mee. Met Assad ligt dat anders. Het is zeer waarschijnlijk dat Assad oorlogsmisdaden pleegt en ook zijn bondgenoot Rusland maakt zich daar mogelijk schuldig aan. Is het moreel om hem indirect te steunen?
Direct hierop volgt de vraag: Wat is het plan op lange termijn? Rusland heeft een plan op lange termijn, waarbij Assad de macht in heel Syrië of vrijwel heel Syrië terugneemt, waarbij mogelijk de Koerden een autonome staat krijgen voor door hun bewezen diensten. De bewering van minister Koenders dat Assad en de Syrische Koerden een stilzwijgende afspraak hebben, is in ieder geval niet onredelijk, daar hebben beide partijen zeker belang bij. Maar als het Russisch-Syrische plan voor de lange termijn op dezelfde manier uitgevoerd wordt als nu, gaat het zeer waarschijnlijk gepaard met ongelooflijk veel bloedvergieten, terwijl het lijden van de Syrische bevolking al zo groot is. De troepen van Assad als ‘boots on the ground’ zijn dus mogelijk, maar ik kan me niet voorstellen dat Nederland of de ChristenUnie met Assads strijdwijze geassocieerd willen worden. Het steunen van Assad kan moeilijk gezien worden als onderdeel van een humanitaire interventie.
Stel dat het plan voor de lange termijn is om de Koerden in Syrië de macht over te laten nemen en niet Assad. Het zou kunnen, maar ligt verre van voor de hand. De Koerden zijn buiten de door Koerden gedomineerde gebieden in Syrië niet populair en ze hebben niets te winnen bij overheersing van gebieden met een niet-Koerdische meerderheid. Ze zijn niet gericht op vernietiging van IS, maar op het vormen van een autonome staat in noord-Syrië. Zolang de Koerden in hun voortbestaan worden bedreigd, zullen zij tegen IS vechten, maar zodra zij IS kunnen negeren, richten zij eerder de pijlen op Turkije.
Dat zowel Assad als de Koerden op langere termijn niet kunnen dienen als de voor de NAVO-landen (-Turkije) benodigde grondtroepen, betekent dus dat Nederland (en Frankrijk en de Verenigde Staten) effectief bombarderen zonder grondtroepen. Daarmee komen de scenario’s van Kosovo en Libië wel erg dichtbij. Er wordt dan wel gebombardeerd, waarbij de piloten relatief veilig zijn, maar het risico op grote aantallen burgerslachtoffers door het niet-discriminerende karakter van bommen (hoewel die steeds preciezer gericht kunnen worden) en op groeiende wanorde neemt hierdoor wel toe. Dit hangt samen met de discussie rondom drones (pdf), die veel in Afghanistan gebruikt worden.
Proxy-oorlog
Een verdere reden waarom ik me zorgen maak over de beslissing van Nederland om ook in Syrië te bombarderen, is het veranderende karakter van de oorlog daar. Het begon als een burgeroorlog, maar steeds meer wordt het een proxy-oorlog, waarbij verschillende buitenlandse partijen conflicten met elkaar op Syrische bodem uitvechten. De inmenging van Rusland en Turkije spreekt daar duidelijk voor. De vraag is of humanitaire interventie samen kan gaan met het worden van een partij in een proxy-oorlog. Hoewel in de plannen Rusland en Assad vooralsnog met rust worden gelaten, kan de slechte relatie tussen West-Europa en Rusland die in Oekraïne zo’n bepalende rol speelt ook in Syrië mee gaan spelen. Zeker als het nu al sluimerende conflict tussen NAVO-lid Turkije en Rusland zou escaleren.
De grote vraag bij dit type oorlog is of Nederland, Frankrijk en de VS kunnen functioneren als een soort onpartijdige scheidsrechter die slechts opkomt voor de onschuldiger burgers. Bij een ‘gewone’ burgeroorlog is het al moeilijk te voorkomen dat je een partij wordt, bij het type oorlog waar Syrië nu in evolueert lijkt me dat vrijwel onmogelijk.
Pacifisme
Een aantal van mijn zeer gewaardeerde theologenvrienden op Twitter, keuren het volstrekt af dat ook de ChristenUnie kiest voor bombardementen. Zij menen dat pacifisme de te prefereren houding is voor christenen, en dat Paulus’ claim dat de overheid ‘het zwaard niet voor niets voert’ niet geldt of zou moeten gelden voor gelovigen in de politiek.
Zonder in de theologische discussie te willen verzanden, hoe interessant ook, lijkt me relevant om op te merken dat het idee van het geweldsmonopolie mede een uitwerking is van de principes die Paulus in dit hoofdstuk uitwerkt. Burgers geven het recht om zelf geweld te gebruiken op aan de overheid, in het vertrouwen dat de overheid goed gebruik maakt van deze macht en mensen die kwaad handelen, hiervoor straft.
Je zou hierbij kunnen betogen dat de overheid hiermee slechts het recht ontvangt om geweld tegen de eigen burgers te gebruiken. Daar zit wat in. Je zou het ook breder kunnen zien, er is toch wel een tamelijk brede consensus dat overheden zichzelf mogen verdedigen tegen de agressie van andere landen en het is maar de vraag of een overheid moreel handelt als zij het langdurig en ernstig lijden van medemensen in het buitenland laat voortbestaan.
De bombardementen die Nederland wil gaan uitvoeren in Syrië, hebben in ieder geval vanuit het perspectief van ChristenUnie-voorman Segers een humanitair doel. Het doel is niet het behalen van enig voordeel voor Nederland of haar bondgenoten. Daarmee is er een groot verschil met de roversbendestaat bij Augustinus. In Syrië zou pacifisme weleens het voortbestaan of zelfs verergeren van onrecht (dat Segers terecht ‘hemeltergend’ noemt) kunnen betekenen. Daarom is voor mij het pleidooi voor pacifisme in deze kwestie niet overtuigend, hoewel ik wel voor een zeer grote terughoudendheid ben in het gebruiken van geweld door de overheid.
Conclusie
Dit soort stukjes dreigen keer op keer veel te lang te worden en ook dit maal ben ik daar in mijn ogen aardig in geslaagd. Daarom eerst een korte herhaling van wat ik eerder geschreven heb: Bij oorlogen in Kosovo en Libië werd in eerste instantie het sturen van grondtroepen uitgesloten en door NAVO-landen alleen gebombardeerd. Hoewel dit voor de militairen van deze NAVO-landen relatief veilig is, lopen burgers hierdoor juist meer gevaar. Hetzelfde dreigt te gebeuren in Syrië, waar Rusland, de VS, Frankrijk en nu ook Nederland wel bombarderen, maar geen grondtroepen sturen. Zoals Ceulemans schrijft, moet het risico op burgerslachtoffers daardoor substantieel hoger ingeschat worden.
Nu Nederland begonnen is met bombarderen in Syrië, bestaat het risico dat Nederland meegezogen wordt in een proxy-oorlog, waarvan de gevolgen maar moeilijk in te schatten zijn. Ook kan Nederland door bombardementen indirect oorlogsmisdaden van Assad ondersteunen en dat is onwenselijk.
Hoewel ik het pleidooi om niet militair in te grijpen op zichzelf niet steun, zie ik voor deze militaire actie wel leeuwen en beren op de weg, zeker zolang de NAVO-landen Frankrijk, de VS en Nederland het effectief zonder grondtroepen doen. Als Nederland militair een rol ten goede wil spelen in Syrië, denk ik dat het sturen van grondtroepen op een zeker moment noodzakelijk is, op basis van een langetermijnvisie voor Syrië. Anders moet de keuze volgens mij zijn om in het geheel niet militair in te grijpen.
Nu de ChristenUnie-fractie in de Tweede Kamer voor bombarderen besloten heeft, komt die andere ‘onmogelijke keuze’ zoals Segers het noemt wat mij betreft heel dichtbij: Het sturen van Nederlandse troepen naar Syrië. Op een dag zal dat verzoek van de Verenigde Staten komen, en ik hoop dat de ChristenUnie dan ook de ervaringen in Kosovo en Libië in haar overweging mee zal nemen en kiest voor een strategie voor de lange termijn.
Geef een reactie