De Judese profeet Jona vertrekt naar het Assyrische Ninevé om daar Gods boodschap te brengen. Onwillig natuurlijk, want waarom zou zíjn God zich met dat vreemde volk bemoeien? Dit verhaal, gelardeerd met wallevissen en wormen die boomwortels doorknagen, heeft een boodschap die de zondagschoolversie algauw over het hoofd ziet: De god van Jona is niet gebonden aan een volk of een plaats. Met het doorbreken van die exclusieve verbinding tussen een god en een volk en land, een thema dat in de joodse Bijbel op meerdere plaatsen voorkomt en in het Nieuwe Testament vervolg krijgt, gaat ook het gevoel van nabijheid en eigenheid van die god verloren.
Lady Gaga is exponent van een tegenovergestelde ontwikkeling: Zij vormt de vrijwel exclusieve godheid van haar monstertjes, de monstertjes zijn van haar en zij is van de monstertjes. Gaga gebruikt religie om haar eigen religieuze status te bevestigen, om haar merk te sacraliseren.
Voor Gaga is het niet onverstandig om religie op die manier te gebruiken; religie en seks trekken de aandacht, raken mensen aan diepe drijfveren (of driften) en kunnen zo als vehikel dienen voor verdere vermarkting van haar merk. Juist in een samenleving waar de godheid steeds minder verbinding heeft met de zwarte kleigrond, zoeken mensen nieuwe verbinding en kan religie beter commercieel ingezet worden.
In het licht van de omgang van Lady Gaga met religie, waar religie en spiritualiteit handelswaar vormen, een commodity, een ‘means to an end’, is het voorbeeld van Jona interessant. Jona wil dat religie zijn politieke wensen vervult in de vernietiging van Ninevé, Jona wil dat religie zijn wensen als consument vervult door hem een schaduwrijke boom te geven. Maar de God van zijn religie gaat zijn eigen gang.
Geschreven voor school. Dit was de opdracht: Ter voorbereiding wordt de student uitgedaagd een pakkende, aansprekende column over de religieuze dimensie 7 van Gaga te schrijven, voor een publiek van medestudenten. De column mag maximaal uit 300 woorden bestaan.
De conclusie van de column staat al vast, en is ontleend aan een citaat uit de inleiding van het al weer wat oudere The Consumer Society Reader. Het citaat is als volgt:
‘(…) our deepest personal connections are increasingly dominated by market transactions, (…) [including] the commercialization of religion and spirituality. Little remains sacred, and separate from the world of the commodity. As a result people become ever more desperate to sacralize the profane consumer world around them, worshiping celebrities, collections, and brand logos’ (Schor & Holt 2000, ix).
In de column komen de woorden ‘markt’, ‘commercialisering’, ‘commodity’/commodificatie en sacralisatie/sacralisering terug en leg je uit wat met deze termen bedoeld wordt.
Schrijf je in voor mijn maandelijkse nieuwsbrief, met analyses van religie, politiek en samenleving:
[mailpoet_form id=”3″]
Geef een reactie