[big_title2]Zakelijk en privé?[/big_title2]
@NS_Online maakt grapjes met reizigers, tweeps en Facebookgebruikers zoeken naar vacatures en opdrachten, twitteraars ontmoeten elkaar offline en gebruiken LinkedIn voor netwerken voor banen en voor vrijwilligerswerk. Meer dan bij traditionele media lopen privé en zakelijk bij social media door elkaar. En ik denk dat dat een goede ontwikkeling is.
[big_title]Aristocratie[/big_title]
Ook op deze website lopen privé en zakelijk door elkaar heen, naast CV, scriptie en voltooide opdrachten vind je hier recepten (ik kook graag), fictie en stukken van oude teksten in het publieke domein die ik voor eigen gebruik vertaal. Een goede naam hiervoor heb ik nog niet, maar ik denk aan privakelijk. Of aan zavé.
Woordgrapjes terzijde: ik denk niet dat Twitter en Facebook de ontwikkeling dat zakelijk en privé meer door elkaar lopen veroorzaken. Zij zijn eerder exponenten van een ontwikkeling waarin zakelijk en privé opnieuw sterk vermengen. Al eeuwen worden belangrijke zakelijke deals voornamelijk bij een goed diner genomen en is netwerk een belangrijke voorwaarde voor een goede baan. Netwerk krijg je door geboorte, maar juist ook door een goede opleiding. De tijd waarin een sollicitatieprocedure sterk geformaliseerd wordt door sollicitatiebrieven en CV’s lijkt me voorbij. Wie kent jou? Dat is de vraag.
In mijn analyse zijn de afgelopen vijftig jaar een uitzondering geweest. In maart 2015 was ik bij een workshop over solliciteren, waarbij de workshopleider enigszins overdreven zei dat de enige vraag die afgelopen jaren bij sollicitatiegesprekken gesteld werd, was: Wat is je schoenmaat? Inmiddels moet je op Twitter zitten, moet je op LinkedIn zitten, moet je zorgen dat de recruiters je kennen. Er ontstaat zo een nieuwe aristocratie.
Laat helder zijn: Een elite zal er altijd zijn. Een elite is ook nodig. Maar in het ideale geval bestaat de elite uit de meest knappe koppen, degenen met de meeste vaardigheden en de verstandigste ideeën. In een systeem waarin wie je kent, belangrijker is dan wat je kan, komt niet automatisch de meest geschikte elite naar boven drijven. Overigens geldt hetzelfde voor een meritocratie, mensen met ontzettend veel vaardigheden, kunnen alsnog idiote ideeën hebben.
[big_title]Journalistiek[/big_title]
Als journalist ben ik vanzelfsprekend lid van een zekere intellectuele elite, al sta ik niet bovenaan in de ‘voedselketen’. En onderdeel zijn van die elite geeft een zekere verantwoordelijkheid: Ik moet zorgen dat mijn werk niet alleen ten goede komt aan mensen uit mijn eigen ‘klasse’, maar ook aan lagere klassen. Als journalist leer je doelgroepgericht schrijven. Dat kan ik doen door stukken te schrijven voor hoogopgeleiden, en dat doe ik zeker, maar ik vind het vooral belangrijk om ingewikkelde kwesties zo uit te leggen, dat ook mensen die geen hbo-opleiding gedaan hebben die ingewikkelde kwesties wel kunnen begrijpen. In ieder geval voldoende om verstandige beslissingen te kunnen nemen.
[distance4]
Geef een reactie