De navolging van Christus


Al lange tijd was ik aan het nadenken over de vraag of de visie (en het daarbij behorende motto) van mijn evangelische thuisgemeente Berea in Apeldoorn nog wel voldoet. Tijdens de gemeentevergadering van dinsdag 1 juli, toen er een filmpje getoond werd over de ontwikkeling van de diensten, stelde ik daarover een vraag, namelijk of ‘Christus navolgen’ niet een ander soort diensten veronderstelt dan ‘God kennen en hem bekend maken’. Hieronder werk ik mijn ideeën en de ontwikkeling van mijn ideeën hierover verder uit, omdat ik denk dat ervan te leren valt.

Binnen Berea denken velen dat de visie van de kerk niet zo belangrijk is, het gaat over persoonlijke visie en persoonlijke roeping en van daaruit moet je als gelovige leven. Niet vanuit de visie van de kerk. Ik ben het daar op zich niet geheel mee oneens, maar de visie van kerk heeft een grote invloed op het functioneren van de personen binnen de kerk en op haar getuigenis. Om dat te illustreren wil ik graag een verhaal vertellen dat ik enige tijd geleden bij Berea zelf hoorde. We kennen het dus allemaal:

Een voormalig bendelid in de Verenigde Staten was tot geloof gekomen en ging naar de plaatselijke evangelische kerk. Trouw kwam hij lange tijd iedere week naar de kerk, ging naar de kringen en deed van alles in de kerk.

Na enige tijd valt het de voorganger op dat de man steeds minder komt. Hij komt niet meer in de dienst en niet meer bij de kringen. De voorganger zoekt hem op en vraagt: “Waarom kom je niet meer in de kerk?” Het ex-bendelid antwoordt: “In de bende deelden we alles, we beschermden elkaar, als iemand iets nodig had, al was het midden in de nacht, dan stonden we direct klaar, we waren als familie voor elkaar. Ik dacht, toen ik bij de kerk kwam, dat de kerk net zo iets zou zijn.”

Motto
Als we één familie zijn, kan het dan zijn dat we allemaal met onze eigen persoonlijke visietjes aan het knutselen blijven? Staat onze roeping dan voorop of die van de gemeente als geheel? Ik denk die van de gemeente. Als ons getuigenis als gemeente niet deugt, dan kan hebben we allemaal geen getuigenis. De expliciete visie van Berea en de impliciete visie, die waar Berea zich in de praktijk aan houdt, zijn dus te lezen als een soort ‘corporate identity’ van de kerk.

In de brochure Berea van Binnen formuleren de oudsten vijf aandachtsgebieden die zij samenvatten in de visie “We willen God kennen en Hem bekend maken.” Ik gebruik overigens de versie van mei 2007 die ik enkele jaren geleden (vermoedelijk in 2009) kreeg en die sinds die tijd bij mijn weten niet ingrijpend gewijzigd is.

Het motto “Wij willen God kennen en Hem bekend maken” is ook waar Berea zich aan houdt, in ieder geval grotendeels: Berea komt bij elkaar in de diensten en in de kringen om met elkaar te spreken over de relatie met God en Christus en om die relatie met elkaar te beleven. En Berea probeert zichtbaar God bekend te maken door gastendiensten, diensten bij het Hoogeland, bij Horeb, door evangelisatie op straat en bij vrienden en bekenden. Het motto van Berea, zou je kunnen zeggen, leeft echt. Dat is corporate identity: dat je motto en de identiteit van de organisatie op elkaar aansluiten.

Een ander motto?
Wat ik wil doen is niet de cultuur van Berea afwijzen, maar nadenken welke gevolgen het heeft als Berea een andere corporate identity zou hebben. Ik begin eenvoudig. Stel je voor dat Berea het motto ‘De enige ware kerk’ hanteert en wij als leden dat ook echt menen. Goede kans dat wij meer zouden evangeliseren, bijvoorbeeld, maar dat deze ‘identity’ het contact met andere kerken zou schaden. We zouden waarschijnlijk minder flexibel worden en meer overtuigd van het eigen gelijk. Mensen die twijfelen, en dat doen we allemaal bij tijd en wijle, zouden zich heel onplezierig voelen en mogelijk vertrekken of juist radicaliseren.

Tijdens de gemeentevergadering noemde ik een andere: ‘Christus navolgen.’ Als dat onze ‘corporate identity’ zou zijn, wie weet wat dan de gevolgen zouden zijn! We zouden minder focussen op het sentimentele ‘een relatie hebben met God’, ‘Jezus in je hartje vragen’ -we kennen het allemaal van de zondagschool- en minder op ervaringen en ons juist meer focussen op de medemens. De armen, de mensen aan de rand van de samenleving zouden meer onze aandacht krijgen, zoals ook bij Jezus het geval was. We zullen dan hypocrisie van de machtigen in de felste bewoordingen afwijzen, maar de kleine ‘zondaar’ omarmen en liefhebben. We zouden misschien zelfs Red Letter Christians moeten worden. Homoseksuelen zullen we dan liefhebben, en niet doodzwijgen, en tegelijkertijd verantwoording verlangen van hen die ervoor kiezen om hun huwelijk op het spel te zetten.

Beide visies tegenover elkaar
Een samenvatting van Berea’s visie zegt:

Het is ons verlangen om:
1. als getuigen van Jezus Christus mensen te winnen voor God;
2. door ons leven in relatie met God en met elkaar een troostende en helende gemeenschap te zijn voor hen die troost en heling zoeken;
3. christenen toe te rusten tot dienstbetoon, zodat zij naar Gods bedoeling de bij hen passende plaats in gezin, gemeente en maatschappij gaan innemen.

In de eerste plaats vraag ik me af of die laatste twee elementen echt wel uit ‘God kennen en hem bekendmaken’ voortvloeien. Ik zou zeggen: In geen geval. Dat is niet erg, het betekent dat de werkelijke corporate identity breder is dan de formele. Het past mijns inziens beter bij Christus navolgen, want waar ‘God kennen en hem bekendmaken’ sterk gericht is op kennis, is ‘Christus navolgen’ -het belang ervan kan niet overschat worden- veel praktischer van aard: Christus navolgen is leven zoals Jezus leefde, handelen zoals hij handelde, liefhebben wie hij liefheeft. Veel meer dan ‘God kennen en hem bekendmaken’ doet ‘Christus navolgen’ een appèl op ons: stappen wij wel echt in zijn voetsporen? Of organiseren wij een wekelijks feestje voor ons soort mensen?

God kennen en hem bekend maken is ook sterk gericht op het hoofd, op het denken, terwijl ‘Christus navolgen’ veel meer de hele mens aanspreekt, zoals het evangelie volgens mij ook doet. Ook behandelt ‘Christus navolgen’ het christen worden volgens mij niet als eindpunt, waar ‘God kennen en hem bekend maken’ dat gedeeltelijk wel doet. Dat leidt tot passiviteit. Nee, ‘Christus navolgen’ maakt van het tot geloof komen een beginpunt. Navolgen is op weg zijn, er zit beweging in.

Als laatste benadrukt ‘Christus navolgen’ de uniciteit van het christendom. Moslims geloven in God, joden geloven in God. Christenen geloven dat Christus de redder is en dáárom willen wij in zijn voetsporen treden en zijn naam eer aandoen. In analogie met de drie punten in de samenvatting van de visie kom ik met drie punten die mijns inziens direct uit ‘Christus navolgen’ voortvloeien:

Het is ons verlangen om:
1. Christus door en in ons te verheerlijken;
2. door in ons gemeentelijke leven steeds meer op Hem te lijken en ons handelen te bepalen door Christus’ liefde voor de wereld;
3. en zo als gemeenschap een lichtend licht en een zoutend zout te zijn voor de wereld, zodat zij dit zien en Christus verheerlijken.

Voordelen
Deze drie punten hebben een aantal principiële voordelen ten opzichte van de oorspronkelijke. De focus op Christus en niet op God had ik al genoemd. Verder benadrukt punt twee de transformatie die wij ondergaan zodra wij Christus gaan volgen, we volgen Jezus niet na om daarna te blijven zoals wij zijn. Ook legt deze serie niet de nadruk op het maken van zoveel mogelijk bekeerlingen, iets wat evangelische gemeenten zoals deze altijd voorop hebben doen staan, maar op de eer van Christus en van God, de laatste een notie die je ook in het Oude Testament veel tegenkomt.

Ik zou nog veel voordelen van deze visie meer kunnen noemen, maar ik houd het nog bij één: Deze visie benadrukt veel sterker het werk van Christus. We zijn als christenen in Christus en Christus werkt in en door ons. Sola Christus, zeg maar. Daar moeten we als protestant toch gelukkig van worden 🙂

Praktisch
Als we deze principes doorvoeren, zie ik ook nog een aantal praktische voordelen en verschillen:

1. Het maakt de oecumene eenvoudiger. ‘God kennen en hem bekendmaken’ is van een ongekende eenzijdigheid die je bij geen enkele van de grotere kerken tegenkomt. Waar moeten we dan nog over praten? Wat delen we dan als kerk met andere kerken? Het is een leus waar Berea zich in de begintijd goed mee kon positioneren, toen zij nog voornamelijk bezig was met het ‘jatten’ van gemeenteleden van andere kerken. Inmiddels is duidelijk dat Berea zelf een bron is voor nieuwe kerken en hebben we als gemeente een andere en bredere aanpak nodig. Christus navolgen, niet toevallig een analogie met Thomas á Kempis’ Imitatio, voldoet daarvoor uitstekend. Daarmee kunnen we goed in gesprek met de PKN, met de plaatselijke roomsen en evangelischen en met de russisch-orthodoxen van een dorp verderop (Deventer). We zullen het niet in alles eens zijn, maar Christus staat voor allen centraal.

2. Als de gemeente als geheel beeld en navolger van Christus is, geeft dat ook een verantwoording voor de gemeente als geheel, bijvoorbeeld op het gebied van deugdelijk bestuur. Als we een zoutend zout moeten zijn, dan zeker in hoe wij trouw de regels van de overheid en van deugdelijk bestuur navolgen, niet alleen naar de letter, maar ook naar de geest ervan. Maar ook kunnen wij als gemeente als geheel menselijkheid betrachten naar hen die binnen én die buiten zijn. Dát is een zoutend zout zijn en dat doen we gelukkig al veelvuldig.

3. Christus navolgen vergt ook een andere manier van bijbelgebruik. Christus navolgen gaat uit van continuïteit, wij volgen Christus na, dat deden vele van onze ouders en dat deden vele gelovigen voor ons. Als wij vandaag in de voetsporen van Christus treden, dan stappen wij op voetstappen van zeer velen voor ons, van de vroege gelovigen en de vroegste traditie van Paulus en Petrus tot aan die van onze ouders van nu. We beginnen dus als gelovigen niet met een schone lei en kunnen niet automatisch zeggen dat onze leeswijze van de Bijbel de juiste is. Wij moeten als we Christus navolgen de Bijbel steeds toetsen aan de leeswijzen van de traditie, want in die traditie is ook de Bijbel gevormd. Op die wijze is de Bijbel ook onfeilbaar: niet omdat zij geen inconsistenties bevat, want dat doet ze, niet omdat Jezus en Paulus altijd teksten volgens onze algemeen geaccepteerde principes van context citeren, want dat doen ze niet, maar omdat de Bijbel ons de kans biedt om Christus met heel ons hart te volgen. We weten niet in alle gevallen wat Jezus gezegd heeft, de verschillende schrijvers van de evangelies waren geen ooggetuige van Jezus’ leven, de belangrijkste bijdrager aan het prachtige Nieuwe Testament, Paulus, was dat zeker niet. Net zo min als er ooggetuigenverslagen zijn van schepping, zondeval of Toren van Babel. Maar alles bij elkaar helpt en steunt ons in het volgen van Christus en dat is waar het om draait.

4. Het zou heel goed het einde kunnen betekenen van de gastendiensten, waar ik zelf aan meewerk. Ga maar na: Waar ‘God kennen en hem bekendmaken’ een duidelijke boodschap inhoudt om te gaan evangeliseren en om ‘de niet-christen’ te bereiken met het geloof, gaat ‘Christus navolgen’ uit van een voortdurend groeien naar Christus toe en daarmee een groeiende zichtbaarheid van Christus en dus het christelijk geloof in ons leven. Daaruit komt ook evangelisatie voort, naast vele andere zaken, maar evangelisatie is hier geen doel op zich. Dat is Christus. Het geeft een zekere ontspanning aan het missionaire gedwing: Terwijl wij proberen in de voetsporen van Jezus te treden, op de manier zoals die op ons pad komt, is het Christus die het werk doet, niet wij.

Ingrijpend
De visie van Berea aanpassen en daar serieus werk van maken, heeft nogal ingrijpende gevolgen, laat dat helder zijn. We kunnen dan niet doorgaan met de manier van kerk-zijn die we nu hanteren, al was het maar omdat Christus navolgen veel meer voorschrijft hoe we moeten leven, waar Berea vooralsnog vooral sterk is in benadrukken hoe niet te leven. Ook zal de nadruk bij het onderwijzen van de kinderen en tieners binnen gemeente minder liggen op de liefde van Jezus voor hen en meer op hoe zij geacht worden om te leven. In dat opzicht zou deze nieuwe visie strenger zijn en wordt er meer van de gelovige, jong en oud, verwacht. Christus navolgen is veel meer dan het aannemen van enkele heilsfeiten.

Tegelijkertijd wordt het geloof zo minder een zaak van het hoofd en meer van de hele mens. Maatschappelijke betrokkenheid die niet meteen op evangelisatie gericht is, ligt dan meer voor de hand (die is overigens al heel groot bij Berea). Maar ook spiritualiteit en mystiek: de hele mens wordt aangesproken.

Het ging dinsdagavond tijdens de gemeentevergadering over de inrichting van de diensten. Ik stel een nieuwe visie voor en dat is veel radicaler. Natuurlijk heeft het ook gevolgen voor de diensten zelf:

1. Christus navolgen veronderstelt volgens mij een nadruk op het Heilig Avondmaal of de Eucharistie en niet op de verkondiging van het woord, hoe belangrijk ook.

2. Binnen de hele mix van de samenkomst zal gebed een prominentere rol in gaan nemen.

3. Het is niet ondenkbaar dat we dan als kerk te rade gaan bij de traditie voor de indeling van onze dienst. Ja, dat betekent dat we kiezen voor een liturgie. Dat kan orthodox zijn, bijvoorbeeld die van Johannes Chrystomos, dat kan een rooms-katholieke zijn, het kan ook een protestantse zijn. Er zijn wat dat betreft mogelijkheden te over.

Slot
Dat was een heel verhaal en mijn excuses daarvoor. Ik zou graag willen afsluiten, maar er is nog een reden waarom ik er voorstander van ben om de visie meer aan te passen richting van ‘Christus navolgen’.

‘Wij willen God kennen en hem bekend maken’ is prima voor jongeren. Zij leren God kennen en kunnen hem bekend maken. Maar als voor ouderen de mobiliteit afneemt, nemen de mogelijkheden om ‘God bekend te maken’ ook af. Neemt daarmee hun waarde ook af? In ieder geval heeft het invloed op hoe wij naar hen kijken. ‘Christus navolgen’ heeft dat ook: Is Christus niet tot in de dood trouw geweest aan zijn Vader? In ouderdom, lijden en dood versterkt juist het navolgen van Christus. Beter: Ouderdom, lijden en dood zijn de climax van deze navolging. “Want het leven is Christus en het sterven gewin,” zegt Paulus (vertaald) in Filippenzen als ik hem uit mijn hoofd goed citeer. Christus navolgen tot in de dood, of die vroeg komt of laat, vrijwillig of niet, dat alles is zoveel meer dan slechts het kennen en bekendmaken van God.

Bedankt voor het geduld 😉


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.